‘Eten van volkoren zou sterftekans verlagen’
Deze week publiceerde de American Medical Association de resultaten van een langdurig en grootschalig onderzoek onder ruim 118.000 mensen. Die resultaten brengen volkorenconsumptie in verband met met een lagere sterftekans, onder meer bij hart- en vaatziekten. De uitkomsten van het onderzoek van de Havard Medical School is daarmee een bevestiging van eerder onderzoek naar de positieve effecten van volkorengranen.
Aanleiding voor de onderzoekers was het ontbreken van gegevens over de relatie tussen volkoren en kans op sterfte. Eerder werd volkoren al in verband gebracht met een lagere kans op chronische ziektes zoals diabetes type 2, hart- en vaatziekten en bepaalde typen kanker.
De onderzoekers concluderen dat dagelijkse inname van slechts 28 gram aan volkorengranen (vergelijkbaar met een klein sneetje volkorenbrood) al genoeg is voor een 5% lagere sterftekans.
Bevestiging van eerder onderzoek
Professor Fred Brouns van de universiteit van Maastricht, al vele jaren betrokken bij onderzoek naar de gezondheidseffect van granen, is blij met de uitkomsten: “Wij concludeerden eerder dat regelmatige consumptie van volkoren leidt tot een significante reductie van risicofactoren voor diabetes, hart- en vaatziekte en colon kanker. De nieuwe studie van Harvard Medical School bevestigt onze bevindingen."
100% volkoren
In Nederland is wettelijk vastgelegd dat een volkorenbrood volledig wordt gemaakt met meel van de hele graankorrel: 100% volkoren. Volkorenbrood bevat dus de vezels, vitamines en mineralen uit de meelkern, de kiem en de zemel van de graankorrels. Meestal is dit tarwe, maar er is ook volkorenbrood van andere granen zoals rogge, spelt en haver. Om genoeg vezels en jodium binnen te krijgen, worden in Nederland 6 tot 7 sneetjes brood per dag aanbevolen.