MEDEGEFINANCIERD DOOR DE EUROPESE UNIE

DE EUROPESE UNIE STEUNT CAMPAGNES VOOR DE PROMOTIE VAN HOOGWAARDIGE LANDBOUWPRODUCTEN

HomeBlog2018Sanne luncht graag buiten de deur (maar wel op z'n Hollands)

Sanne luncht graag buiten de deur (maar wel op z'n Hollands)

Sanne (schrijver van me-to-we.nl) vindt het heerlijk dat het zonnetje zich nog laat zien in deze september maand. Na een paar weken vakantie is er één ding dat haar zwaar valt: binnen zitten. Gelukkig heeft ze hier onlangs de perfecte oplossing voor ontdekt: de werklunch.

De werklunch is een simpel concept. Men neme een vriend of vriendin die binnen redelijke afstand van jou werkt, en iets doet wat in de verste verte te relateren valt aan jouw werk. Vervolgens geef je bij je baas aan dat het je goed lijkt om een keer te kijken of jullie niet ‘iets voor elkaar zouden kunnen betekenen.’ Et voilà, je hebt niet alleen een uurtje in de zon voor jezelf geregeld, je baas denkt ook nog dat je zo gemotiveerd bent, dat je zelfs nog tijdens je lunch aan het werk bent. 

Een paar weken geleden had ik zo’n ‘zakelijke afspraak’. We zaten heerlijk op een terrasje uit de wind, in de zon. Ik was nog aan het twijfelen tussen garnalenkroketten op twee dikke sneeën boerenbrood en de Italiaanse bol met carpaccio, pesto en mozzarella, toen de ober ineens naast ons tafeltje stond. Om tijd te winnen liet ik mijn tafelpartner eerst bestellen. Een grote fout, bleek later.

‘De soep van de dag en een kleine salade graag,’ zei ze tegen de ober. Deze barstte vervolgens geheel tegen verwachting niet in lachen uit, maar noteerde haar bestelling en draaide zich om naar mij. Paniek! Ik had niet eens naar de andere dingen op de kaart gekeken, ik was meteen doorgebladerd naar het belangrijkste: de broodjes. Maar ja, naast ‘een soepje en een salade’ kon ik toch moeilijk aankomen met mijn kroketten? Er volgde een hevige innerlijke strijd, maar onder de verwachtingsvolle blik van de ober bezweek ik uiteindelijk onder de druk. ‘Eh, voor mij eh, hetzelfde graag,’ mompelde ik, terwijl ik mentaal mijn kroketten vaarwel zwaaide.

En dat heb ik geweten. Terug op kantoor kwam er die middag niet veel meer van werken. Mijn humeur had al een flinke deuk opgelopen door het hele broodje-kroket-door-de-neus-geboord-fiasco, en het werd er niet beter op toen rond drie uur mijn maag onophoudelijk begon te rommelen. Nu was ik niet alleen chagrijnig, maar ook nog hongerig. Een levensgevaarlijke combinatie. Vooral voor mijn collega’s. Ik begon te snauwen, kreeg ruzie met een printer, en belandde bijna in een handgemeen bij het koffiezetapparaat. Om vijf uur kwam mijn baas voorzichtig vragen of het wel ging, en of ik misschien niet wat eerder naar huis moest gaan. Ik hoorde hem amper, aangezien mijn uitgehongerde brein zijn hoofd inmiddels had veranderd in een dansende Italiaanse bol.

Ik heb geen idee hoe anderen dat doen, maar ik red het gewoon niet de hele dag op salade of soep. Ik moet als lunch iets substantieels. Filet americain met uitjes op een dikke snee volkoren, of een plak zuurdesembrood met gerookte zalm en roomkaas. Anders komt er ’s middags niks meer uit mijn handen. Dus bij de volgende lunchafspraak blader ik weer snel door naar de broodjes. Lijkt me ook een stuk beter voor mijn carrière.