Na het hardlopen wil ik maar een ding: een broodje kroket
Wij snappen die koolhydraten-angst van tegenwoordig nooit zo goed. Want wie laat brood nou staan? Martine - één van de gezichten van Tishiergeenhotel.nl - is zo'n broodmijder, maar er zijn momenten dat ze zich helemaal te buiten gaat.
Ik eet dus nauwelijks brood. Het is niet omdat ik het niet lekker vind. Ik vind het té lekker. Soms dróóm ik van volkorenboterhammen met kaas en krentenbollen met roomboter. Maar als ik die allemaal zou eten, ben ik bang dat ik 100 kilo zou wegen, in plaats van de enigszins acceptabele 75 die de weegschaal elke ochtend aantikt.
Omdat alles of niets bij mij helaas het beste werkt, heb ik koolhydraten van het menu geschrapt. Ook pasta trouwens, en rijst, en aardappelen. Maar het gebeurt regelmatig dat ik brood heel erg mis, dan ruik ik even aan een zak verse pistolets of een gesneden Waldkorn. Of ga voor de kraam van mijn favoriete bakker op de markt staan, om de geur op te snuiven (en om brood te kopen voor man en kinderen).
Ik was daarom ook meer dan verrukt toen de trainer van mijn hardloopgroepje boterhammen noemde als onderdeel van de beste voorbereiding op een hardloop- wedstrijd. Zeker voor de halve marathons die ik regelmatig loop.
Spieren slaan brandstof op als glycogeen, energie die makkelijk toegankelijk is voor het lichaam. En hoe je dat glycogeen in de spieren krijgt?Door veel koolhydraten te 'stapelen', zoals dat heet in sporttermen.
Dat je als het ware de spieren 'vult' met koolhydraten, dat ging er bij mij in als koek. Het is namelijk zaak om veel koolhydraatrijk voedsel te eten voor je zo'n lange wedstrijd loopt. De middag voor de prestatie eet je er zo veel mogelijk.
De meeste hardlopers kiezen op dat moment voor een heel groot bord pasta. Ik ga me te buiten aan een flinke stapel boterhammen, liefst met een lekker soepje erbij. De avond van te voren moet je niet te zwaar meer eten, dus dan eet ik vaak een salade, maar natuurlijk wel met het lekkerste brood dat ik kan vinden: lekker grof met een harde korst. En: het hoeft niet per se volkoren te zijn. Bij mij valt een witte boterham beter voor het lopen. En als we dan toch in de weer zijn met koolhydraten: dan kan er ook wel een lekker dikke laag hagelslag of aardbeienjam op.
Kortom, de bakker hangt de vlag uit als ik een wedstrijd moet lopen, want ik koop me dan helemaal suf aan bijzondere broden en broodjes: van ciabatta's tot de Franse oeh-la-la boule de campagne en voor het ontbijt Hollandse krentenbollen.
Misschien is het verbeelding, maar het voelt met al die koolhydraten in mijn lijf echt of ik helemaal opgeladen ben voor de start. Tijdens het lopen is het ook of ik genoeg energie in mijn lijf heb om echt de allerbeste tijd ooit te lopen. In gedachten zweef ik als een hinde de weg over, waarbij ik de man met de hamer gevoegelijk negeer. Want wie goed heeft gestapeld, raakt niet 'leeg'. Want als de voorraad koolhydraten in het lichaam 'op' is, dan gaat het lichaam vet verbruiken. Daarvoor is meer zuurstof nodig en daardoor gaat je looptempo omlaag.
Na de finish is het koolhydratenfeestje nog steeds niet voorbij, trouwens. Het lichaam heeft ze nodig om weer te herstellen. Dan kun je zo'n flesje mierzoete energiedrank nemen, maar na een blik op het energieverbruik op de hardloop-app, wil ik eigenlijk maar een ding: een broodje kroket.