MEDEGEFINANCIERD DOOR DE EUROPESE UNIE

DE EUROPESE UNIE STEUNT CAMPAGNES VOOR DE PROMOTIE VAN HOOGWAARDIGE LANDBOUWPRODUCTEN

Gevoeligheid voor gluten beïnvloed door negatieve verwachting

HomeNieuwsGevoeligheid voor gluten beïnvloed door negatieve verwachting

Gevoeligheid voor gluten beïnvloed door negatieve verwachting

Voor de meeste mensen zijn er geen gezondheidsbezwaren om brood te eten. Sommige mensen kunnen echter geen gluten verdragen. Dat is duidelijk bij mensen met coeliakie of tarwe-allergie. Maar er is ook een groep die klachten ondervindt bij wie deze voedselovergevoeligheden zijn uitgesloten. Uit recent onderzoek van de universiteiten van Maastricht en Leeds blijkt dat de verwachting dat gluten maagdarmklachten veroorzaakt een cruciale rol speelt bij het al of niet ervaren van deze klachten bij die groep mensen. Een en ander wijst op een directe betrokkenheid van de interactie tussen de hersenen en de darmen, de zogenoemde hersen-darm as, bij het ervaren van klachten na inname van gluten. Daarover is nog relatief weinig bekend.

Gluten

Sommige mensen verlagen hun gluteninname vanwege zelf-gerapporteerde klachten van de spijsvertering, ondanks het feit dat coeliakie en tarweallergie zijn uitgesloten. De oorsprong van hun symptomen is vaak niet duidelijk. Daarom wilden de wetenschappers de effecten onderzoeken van het verwachtingspatroon bij de consument op klachten na gluteninname. Meer dan 80 proefpersonen met zelf-gerapporteerde glutengevoeligheid deden mee aan het onderzoek en werden verdeeld in vier groepen. De uitkomsten van de psychologische studie lieten niets aan duidelijkheid te wensen over: mensen die dachten dat ze gluten te eten kregen rapporteerden wél klachten, en mensen die dachten dat ze iets zonder gluten kregen meldden duidelijk minder klachten.

In werkelijkheid kreeg de helft van iedere groep wel gluten te eten en at de andere helft glutenvrij. In alle deelnemende groepen bleek dat de verwachting van mensen een prominente rol speelt bij het al of niet rapporteren van klachten. Volgens onderzoeker Marlijne de Graaf gaat het om een zogenoemd nocebo-effect bij het eten van gluten. Op basis van de negatieve effecten die mensen verwachten na het eten van gluten ervaren zij klachten, zelfs als achteraf blijkt dat ze eigenlijk geen gluten hebben gegeten. Hoewel de oorzaak dus deels 'tussen de oren’ zit, wil dat niet zeggen dat de klachten niet echt zijn.

Gluten geven elasticiteit aan producten die van meel gemaakt worden. Hoe meer gluten het meel bevat, hoe steviger het product wordt. Bij het bakken van brood zorgen de gluten voor het vasthouden van de vrijkomende gasbelletjes in het deeg, waardoor het brood kan rijzen. Vooral bij zwaardere broodsoorten zoals volkorenbrood of rozijnenbrood is dat belangrijk. Gluten vormen het “skelet” van het brood, ze zijn daardoor erg belangrijk voor de structuur en stevigheid van het brood. Na het bakken zorgt dit skelet dat het brood niet inzakt en dat het zijn vorm behoudt.

Hersen-darm as

De resultaten van deze studie wijzen namelijk op een duidelijke betrokkenheid van de interactie tussen de hersenen en de darmen bij glutengevoeligheid. Daarover is nog relatief weinig bekend. De onderzoekers willen zich daarom nu gaan richten op het ontrafelen van dit soort mechanismen in de hersen-darm as. Door de invloed van interacties tussen de hersenen en de darmen kunnen mensen echt klachten ervaren als buikpijn, een opgeblazen buik of bijvoorbeeld diarree krijgen na het eten van gluten. Maar de oorzaak van die klachten ligt niet enkel in het eten van gluten, dus een glutenvrij dieet is niet de enige oplossing.

Voor de behandeling van dit probleem willen de wetenschappers nader onderzoek doen naar de invloed van de hersenen op het ontstaan van darmklachten. Zo willen de onderzoekers weten welke gebieden in het brein precies betrokken zijn, welke stofjes een rol spelen in de communicatie tussen de hersenen en de darmen, en of mensen hier verschillend op reageren. Bovendien kan het dat sommige mensen tarweproducten niet goed verdragen vanwege andere stoffen in tarwe dan gluten. En dat er dus wel degelijk iets in tarwe zit dat kan leiden tot bijvoorbeeld prikkeling van het afweersysteem of een overmatige productie van gas door de darmflora. Ook dat willen de onderzoekers nog nader bekijken.

De studieresultaten zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift The Lancet Gastroenterology and Hepatology.

Bron: Marlijne C G de Graaf, Clare L Lawton, Fiona Croden, Agnieszka Smolinska, Bjorn Winkens, Martine A M Hesselink, Gonny van Rooy, Peter L Weegels, Peter R Shewry, Lesley A Houghton, Ben J M Witteman, Daniel Keszthelyi, Fred J P H Brouns, Louise Dye, Daisy M A E Jonkers. The effect of expectancy versus actual gluten intake on gastrointestinal and extra-intestinal symptoms in non-coeliac gluten sensitivity: a randomised, double-blind, placebo-controlled, international, multicentre study, The Lancet Gastroenterology & Hepatology, 2023, ISSN 2468-1253, https://doi.org/10.1016/S2468-1253(23)00317-5.

Maastricht University, 29 november 2023.

Delen via